Peuters met matig gehoorverlies laten ten opzichte van hun horende leeftijdgenoten een achterstand zien op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en taal. De interactie met hun ouders kan daar een belangrijke rol in spelen. Dat concludeert NSDSK-onderzoeker Evelien Dirks, die op 31 oktober promoveerde aan Universiteit Leiden afdeling Ontwikkelingspsychologie.
Kinderen met matig gehoorverlies zijn lange tijd een vergeten groep geweest. Voor dove en ernstig slechthorende kinderen is veel aandacht, maar van matig slechthorende kinderen wordt vaak gedacht dat ze alles wel mee krijgen. Ten onrechte, bewijst Evelien Dirks met haar promotie-onderzoek. Deze kinderen horen best veel, maar ze verstaan lang niet alles. Dat kan zorgen voor achterstanden in hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
Minder begrip voor intenties van anderen
Matig slechthorende peuters kunnen net zo goed als hun leeftijdgenoten meevoelen met een ander, ontdekte de promovenda, maar ze hebben meer moeite met het begrijpen van andermans bedoelingen. Dat is ook niet zo gek, want deze kinderen hebben minder ‘sociale kilometers’ gemaakt. Dirks: ‘Goedhorende kinderen krijgen van alles mee wat niet per se aan hen gericht is – bijvoorbeeld gesprekken tussen hun ouders en broers of zussen – en steken daar veel van op. Maar kinderen met gehoorverlies missen veel van die interacties.’
Goede band met ouders, maar kortere interacties
De band tussen ouders en slechthorende peuters blijkt in de basis net zo goed te zijn als bij kinderen met een goed gehoor. Toch zijn er ook verschillen. Ouders van slechthorende kinderen hebben minder momenten van gedeelde aandacht met hun kind, zoals oogcontact maken en samen bezig zijn tijdens het spelen. ‘Kinderen met een goed gehoor kunnen tegelijkertijd naar hun speelgoed kijken en naar hun ouders luisteren,’ legt Dirks uit, ‘maar voor slechthorende kinderen is dat lastiger. Zij moeten hun aandacht meer verdelen.’ Ook het taalgebruik tussen ouders en hun slechthorende kinderen is minder rijk, concludeert de promovenda. Deze ouders praten net zoveel met hun kind als andere ouders, maar ze stellen minder open vragen en praten minder over gevoelens. Terwijl dat soort input juist heel belangrijk is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en taalverwerving van het kind.
Interactief voorlezen als hulpmiddel
Door interactief voorlezen kunnen ouders de interactie met hun slechthorende kind verrijken. Bij deze voorleestechniek gaan ouders tijdens het lezen met hun kind in gesprek, door open vragen te stellen en aan te sluiten bij zijn of haar belevingswereld. Een cursus in deze techniek blijkt te zorgen voor meer gedeelde aandacht en gesprekken over emoties. Inmiddels maken veel Nederlandse organisaties gebruik van deze cursus, die Dirks en collega’s ontwikkelden in het kader van haar onderzoek. Het is van groot belang dat we de achterstanden in de sociaal-emotionele ontwikkeling van slechthorende kinderen vroeg signaleren en aanpakken, benadrukt de promovenda. ‘Zulke achterstanden kunnen op latere leeftijd grote impact hebben. Als je andermans bedoelingen niet begrijpt, kan dat bijvoorbeeld de omgang met leeftijdgenoten op school behoorlijk lastig maken.’
Evelien Dirks is ontwikkelingspsycholoog en werkzaam als senior onderzoeker bij de NSDSK. De NSDSK is een zorginstelling voor jonge kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking.