Met een intensief onderwijsarrangement kan je kind naar het speciaal onderwijs: een leslocatie van een van de vier onderwijsinstellingen. Er zijn diverse speciale scholen voor slechthorende en dove leerlingen, zowel SO als VSO. Er zijn ook scholen voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (tos), die een programma hebben voor dove en slechthorende leerlingen.
Een groot voordeel van een speciale school voor leerlingen met een auditieve beperking is dat de communicatie is aangepast aan de leerlingen. Er wordt, naast Nederlands, gebarentaal gebruikt en het onderwijs is meer visueel. Bovendien zijn de medewerkers geschoold in het les geven aan dove en slechthorende kinderen. Wat heel belangrijk is, is dat leerlingen op school omgaan met andere kinderen en volwassenen met een hoorbeperking. Dit geeft ze het gevoel erbij te horen en het geeft ze ook meer zicht op hun eigen mogelijkheden. Een nadeel is vaak de afstand. Omdat er maar weinig van deze scholen zijn, moeten leerlingen meestal ver reizen. In principe is speciaal onderwijs voor dove leerlingen tweetalig: Nederlands en Nederlandse Gebarentaal worden in gelijke mate aangeboden.
Er zijn meer scholen voor alleen slechthorende kinderen en kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Het verschilt per school hoe het onderwijs voor dove kinderen daar is geregeld. Soms krijgen kinderen die niet goed horen samen les met kinderen die wel goed horen, maar niet goed kunnen spreken. Dan is het voor de leerkracht onmogelijk om de hele groep tegelijk goed onderwijs te geven, en ook voor de onderlinge contacten is dat geen goede combinatie.
Op de scholen voor speciaal onderwijs kunnen kinderen terecht als ze drie jaar zijn, soms al als ze tweeënhalf zijn. In totaal zijn er ruim dertig scholen voor leerlingen met auditieve of communicatieve beperkingen. Al die scholen voor dove, slechthorende en tos-kinderen behoren bij een van de vier instellingen: Auris, Kentalis, VierTaal en Vitus-Zuid.
Zie ook: website Simea - instellingen