Tolken, het blijft een veelbesproken onderwerp bij de FODOK. We interviewden Jan Willem Rozema, mentor regulier onderwijs Havo 3, over zijn ervaringen met de 15-jarige Julia, doof met CI functionerend als slechthorend, en een schrijftolk in de klas.
De ervaringen zijn positief. Fijn dat dit zo goed is verlopen voor Julia, dat de mentor en school zo open staan voor tolken in de klas en dat alle medewerking wordt geboden. Julia heeft duidelijk veel baat bij een tolk in de klas. Uit de opmerking van de mentor blijkt ook weer dat Julia zich er toch een beetje buiten kan voelen, dus we zijn er nog niet. Ook al lijkt er veel begrip en acceptatie te zijn, er is nog werk aan de winkel om ervoor te zorgen dat een kind met tolk er net zo goed bij hoort.
Kom naar de infoavond over het Ontwikkelingsperspectief (OPP) op 29 september om te horen wat er allemaal mogelijk is voor je DSH kind op een reguliere school.
Meneer Rozema, wat dacht u toen u hoorde dat u een slechthorend kind in de klas kreeg?
Toen ik hoorde dat we een sh-kind in de klas zouden krijgen, vroeg ik me af wat daar allemaal voor nodig was, hoe gaat dat goed? Ik vond het eigenlijk wel spannend. Het had meteen mijn volledige aandacht omdat ik het nog niet eerder had meegemaakt.
Het was een behoorlijk pittig jaar voor jullie. Corona, Oekraïense vluchtelingen op school en dan komen de ouders met het verzoek om een schrijftolk voor hun slechthorend kind in de klas. Wat vond u daarvan?
Het was natuurlijk niet erg dat dat verzoek kwam. Het klopt inderdaad dat het wel een heel heftig schooljaar was. Maar de vraag van deze leerling paste daar prima bij dus we moesten daar gewoon mee aan de slag.
U bent nu een jaar de mentor geweest van Julia. Wat zijn uw ervaringen ten opzichte van eerdere verwachtingen? Ervaringen met het slechthorende kind en ervaringen met de schrijftolk.
Het is allemaal veel soepeler verlopen dan dat ik eerder had verwacht.
Met Julia ging het eigenlijk gewoon heel goed. Ze bleek heel erg zelfstandig. De zorgen om haar positie in de groep bleken uiteindelijk mee te vallen, want ze deed het gewoon hartstikke goed. Ze kon behoorlijk goed haar eigen weg vinden.
En de ervaringen met de schrijftolk waren erg positief. Ik was in het begin wat huiverig voor een andere volwassene in de klas maar uiteindelijk ging dat heel erg soepel. Ik merkte dat het heel fijn is voor Julia en dat het in de praktijk gewoon heel goed werkte.
Wat blijft een punt van aandacht? Zowel voor het slechthorende kind als de schrijftolk.
Een punt van aandacht blijft dat het wel heel intensief kan zijn voor alle betrokken partijen. Voor de schrijftolk is het misschien toch wel lastig om te beslissen wat wel meenemen en wat niet meenemen in wat je intypt. Ook kan voor een schrijftolk een aandachtspunt zijn dat zo’n klas met pubers wel een pittige werkplek kan zijn.
Voor het sh-kind blijft het ook met deze tekst nog wel heel erg hard werken. Daarnaast blijf je misschien toch nog wel het gevoel houden dat je er een beetje buiten valt. Ik kan me voorstellen dat dat nog steeds lastig kan zijn.
Gaat u het volgende slechthorende kind ook weer verwelkomen en is de tolk dan ook weer welkom?
Ja absoluut!
Hoe ziet u doof-slechthorendheid in perspectief met andere aandachts-kinderen?
Ik zie doof-slechthorendheid als een van de punten vanuit de zorg waar wij mee bezig zijn. Het valt voor mij in de groep met leerlingen die op een bepaalde manier wat extra aandacht nodig hebben waar wij als reguliere middelbare school ook onze uiterste best voor moeten doen. Ik ben heel erg blij dat dat nu met Julia gelukt is.
Wat heeft u er zelf van opgestoken?
Ik heb er zelf van geleerd dat je je soms wel echt moet willen openstellen voor iets nieuws. Ik was in het begin denk ik een beetje huiverig, maar als snel kwam ik erachter dat dat niet nodig was. Dus ja, dat heb ik er zeker van geleerd en dat sommige kinderen tot fantastische dingen in staat zijn ondanks hun beperking.
Wat zult u uw collega’s aanraden als zij een doof/slechthorend kind in de klas krijgen?
Ik zou mijn collega’s aanraden dat zij absoluut open staan voor een doof/sh-kind, dat zij proberen na te gaan wat de specifieke behoefte is van dat kind, want die is duidelijk niet voor iedereen hetzelfde. Plus dat zij moeten proberen om ook dat kind zo goed als mogelijk onderwijs te geven.
Wat zou u andere ouders mee willen geven in de communicatie met school?
Ik zou ouders mee willen geven dat voor scholen een doof of sh-kind vaak best wel nieuw is. We hebben daar niet zo heel veel ervaring mee. Dat betekent voor ouders dat ze best wel wat geduld moeten hebben en dat ze school ook een foutje moeten gunnen in de begeleiding als dat een keertje gebeurt. Ook adviseer ik ouders soms goed de vinger aan de pols te houden en het is dan ook goed dat je beter een mailtje te veel dan te weinig stuurt. Dus dat zou ik zeker meegeven.
Wat vond u van de ambulante begeleiding?
De ambulante begeleiding was goed. Ik was heel erg blij dat er iemand van Kentalis bij was die de school een beetje kende. Dat was een voordeel voor ons, maar met name ook omdat zij Julia heel goed kende. Ze kon ook zien hoe Julia zich ontwikkelde. Ze wist waar de pijnpunten zaten, ze kon al aangeven waar waarschijnlijk een vraag over zou komen etc., dus dat was heel erg prettig.
Interview door Jozet van der Es, communicatiemedewerker FODOK
(14 september 2022)