Schoolkeuze en Passend Onderwijs
Een kind brengt veel tijd door op school en hij leert er méér dan taal en rekenen alleen. Zo leren kinderen op school bijvoorbeeld hoe je met elkaar omgaat en hoe je kunt samenwerken. De school heeft invloed op de totale ontwikkeling. Daarom is de schoolkeuze heel belangrijk. Dit geldt voor dove en slechthorende kinderen nog meer dan voor horende kinderen, omdat zij bij het leren speciale begeleiding nodig hebben. Dat is ook zo als een kind een cochleair implantaat (CI) of een ander hoorapparaat heeft.
Een horend kind pikt veel kennis en vaardigheden als vanzelf op; bij een slechthorend of doof kind moet daar meer aan gewerkt worden. Als ouder zou je daarom extra goed moeten nadenken over de school die je kiest voor je kind.
Het is in elk geval belangrijk om niet te veel, maar ook niet te weinig eisen te stellen aan een kind. Ieder kind heeft het nodig om uitgedaagd te worden, maar als een kind de hele tijd op zijn tenen moet lopen is dat ook niet goed. En daarbij gaat het zeker niet alleen om leren, want een kind dat het bijvoorbeeld sociaal gezien niet goed redt, zal weinig of geen vriendjes hebben en zich eenzaam voelen. Als ouders ken je je kind door en door. Vraag je af welk type school het beste bij hem past en in welke omgeving hij zich het beste zal kunnen ontwikkelen.
Vooraf weet je als ouders nooit of je de juiste school hebt gekozen voor je kind. In de praktijk moet blijken of hij op de goede plek zit: dat gaat op voor het speciaal én voor het regulier onderwijs. De keuze is nooit definitief, overstappen naar een andere school kan altijd.
Passend Onderwijs
Sinds 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht. In de praktijk betekent dit dat meer leerlingen met een beperking naar het regulier onderwijs gaan en dat geldt dus ook voor auditief beperkte leerlingen.
Toch gaan er ook nog steeds dove en slechthorende kinderen, met of zonder CI of andere hoorapparaat, naar het speciaal onderwijs. En als je kind naar het regulier onderwijs gaat, kan het ondersteuning krijgen vanuit een instelling voor auditief en communicatief beperkte leerlingen. Er zijn vier instellingen die onderwijs aan en begeleiding van slechthorende en dove leerlingen verzorgen: Auris, Kentalis, VierTaal en Vitus-Zuid.
Je kind moet op basis van zijn beperking “toelaatbaar” zijn. Daarvoor zijn indicatiecriteria opgesteld . En om ondersteuning te krijgen moet je duidelijk kunnen maken dat je kind meer ondersteuning nodig heeft dan het regulier onderwijs kan bieden.